zaterdag 9 juni 2012


Dag 8 van Ivalo naar De Noordkaap



Na weeral een goede nachtrust...tot half zes toch voor mij, want toen kon ik het weer niet meer uithouden in bed.......ben ik mijn planning gaan nakijken voor de route van vandaag.
Want we stonden op een camping met internet, dus ik kon nog eens alles checken.

Het was dus vandaag de rit naar ons doel....op het verste Noordelijk, begaanbare puntje (voor de gewone mens) gaan staan.

Voor de rest was het deze morgen de gewone gang van zaken. Koffie gezet, samen ontbeten, de watertanks klaar gemaakt, da kakpot ververst..............en toen was het tijd om te vertrekken.
Half acht waren we weg.

De rit ging vandaag zoals verwacht langs kleinere wegen dan voordien. En telkens bergop en weer bergaf. En er waren véééél momenten dat Lies haar adem inhield omdat ze niet zag wat er aan de andere kant van de heuvel of berg te zien was. Zo spits waren ze gelegd.


En je moest ook heel veel je snelheid temperen omdat er rendieren langs de baan liep.
Ze noemen ze “kalveren”, zoals de koeien bij ons. Maar het zijn ook echt zo stom als een “kalf”.
Heel de tijd staan ze rustig te grazen, en als je er dan bijna bij bent verschieten ze zich nu bult en draaien ze zich naar de straat toe. En je zou serieuze stukken hebben als er zo'n beest onder je auto terecht komt.
En met op voorhand te toeteren helpt het ook niet. Volgens mij zijn die beesten potdoof. Ze verschieten gewoon als je vlak bij hen bent en ze je dan zien.

Kwestie het weer hebben we vandaag alles gehad.
We zijn vertrokken met zon, even later waren het af en toe buien, toen weer zonnig, en even later viel het water weer met bakken uit de lucht.
En vanaf we de Noordkaap naderden hebben we ook regelmatig sneeuw gehad.

We zijn vertrokken deze morgend met 9 graden. Een uur later was het 15.
En met de Noordkaapklif te beklimmen zijn we vertrokken met 12 graden en zijn we boven geëindigd met 2,5 graden, en een ijzige Noordenwind.
Wat had je anders verwacht op de NOORDkaap haha.


Het eerste stuk was nog in Finland, Fins Lapland eigenlijk, het land van de Sami. Het typische volk van Lapland.
Niet dat we veel plaatselijke bewoners gezien hebben, maar als we stopten in de soevenierswinkeltjes liepen ze er rond met hun klederdracht.

Hoeveel te hoger je ging vandaag, kwamen we ook dichter bij de boomgrens.
Soms als we weer eens een serieuze berg beklommen hadden, waren er zelfs al geen bomen meer te zien. Maar even later zakten we dan weer, en dan kwam de begroeiingen, struiken en bomen weer terug.
Zo zijn we stilaan verder en verder nog boven geklommen.
Je mag je voorstellen dat je de laatste 150 kilometer naar de Noordkaap nog weinig bomen ziet.
De grond ligt gewoon vol met rotsen en mos. Het mos is het hoofdvoedsel van de rendieren.


Maar eerst nog even terug naar het oversteken van de grens van Finland naar Noorwegen.
Toen we juist de grens over waren gingen we een plaatsje zoeken om even te pauzeren.

Oke, even later hadden we het gevonden. En er stond nog een camper.
Toen ik uitstapte merkte ik dat hun camper één wiel miste en op een krik ruste.
Er stonden twee vrouwen bij....de ene iets rond de 40 jaar, de andere tegen de 60 denk te.
Het waren Noorse vrouwen aan hun nummerplaats te zien.
Mekaar begroet, en ik praat direct iedereen aan hé. Lies is dat al gewoon. Als ze me kwijt is, dan sta ik wel ergens te babbelen met iemand Als ze Engels, Frans of Duits praten zijn we vertrokken haha.

Dus het praatje werd deze keer in het Engels gestart.
De jongere vrouw mengde zich niet in het gesprek. Ofwel sprak ze geen woord Engels, of anders vond ze mij maar ne mottige vent haha.

Maar het oudere vrouwke kon zich heel goed behelpen in het Engels. Trouwens, volgens mij is het Engels toch de tweede taal voor de Noren, niet?

Ik vroeg wat er gebeurt was en hoe het verder ging opgelost geraken.
Het menske vertelde me dat ze op die parking de nacht hadden doorgebracht....als enige camper.
En dat kan je best zo kort aan de Finse zijde niet doen. Want ze vertelde me dat ze “gekloot” waren door Russen.

Toen ze de vooravond voordien gewoon wat in hun camper zaten stopte er even later een auto met een paar Russen in. Ze stapten uit, en kwamen aan de vrouwen vragen of ze geen sigaretten of drank moesten kopen. Maar de vrouwen moest niets hebben, en hadden ze wandelen gestuurd.

Maar midden in de nacht werden ze gewekt door getik aan hun camper.
En toen ze opstonden was het kwaad al geschiet. Ze hadden één sierdeksel van hun camper gestolen en hun band lek gestoken of met het ventiel geknoeid.
Dat zal de vrouwen hun straf geweest zijn omdat ze niets van hen wilden kopen.

Awel, ik ben nu gene broekschijter, maar ergens alleen gaan staan waar geen huizen zijn zou ik nooit doen.
Als er andere campers bijstaan...oke...maar anders zeker niet.
Nu staan we ook tussen de open zee en een heel groot meer. Het is een kleine parking. Maar we staan hier nu met drie campers, en er is zelfs een huis op 100 meter.
Vlakbij is er normaal een camping, maar is nu nog niet open omdat het seizoen nog niet bezig is voor hen.
Dus volgens mij staan we nu op de inkom van de camping.
Zogezegd de parking waar je gaat inchecken.


Dus verder vertellen over de vrouwen.
Ze hadden dus een takeldienst gebeld, en die was hun wiel al komen halen en de takelman had hen verteld dat ze een uurtje later al zouden kunnen verder trekken.
Dus probleem opgelost.

We zijn nog even blijven praten met het oude vrouwtje en toen zijn we ook verder gereden.
Maar het vrouwke kwam ook helemaal van het zuiden van Noorwegen, en waren ook naar de Noordkaap geweest. Nu gingen ze nog een stukje van Fins Lapland doen en keerden dan terug naar huis.


En wij met onze tocht verder.

Wat valt er nog te vertellen...

Tja, de natuur werd alleen maar ruwer naargelang we ons einddoel naderden. De rendieren waren er meer en meer.

En de weg werd regelmatig smaller en smaller. Ook rij je een viertal tunnels door. Eentje van 4km, eentje van 6,5km, en twee kleintjes. Maar de eerste is er nog eentje van het oude type.
Dus niet machinaal uitgehouwen. Dus niet zo breed, en de verlichting laat er te wensen over.
Dus daar moet je ook uitkijken als je zwaar vervoer als tegenliggers hebt.

Je rijdt ook een 60tal kilometer naast de zee.
Langs rechts steil naar onder naar het zeewater, en links rotsen steil naar boven.
Sommige plaatsen moet je inhouden omdat als je een tegenligger hebt die even groot -of groter dan jou- is, dan moet je hem voorlaten of je rijd er zelf eerst door.
Want anders heb je de kans dat je stuk van je camper aan de rotsen hebt hangen.

De laatste 25 kilometer heb ik Lies regelmatig op haar nagels zien bijten. Zo smal was de weg, en soms hééél diep langs de weg naar beneden.

Echt als je hier niet bij de pinken bent lig je onverbiddelijk in de Noorse bergmeren of in de ravijnen.
En als je geluk heb vinden ze je nog terug. Maar vele meren liggen nog gedeeltelijk toe gesneeuwd.
Dus als daar een gaatje meer of minder in het ijs met sneeuw komt van een vallende camper.....dat valt niet op !!!

Maar goed....een beetje gezond verstand heb je wel nodig als je gaat cruisen in Scandinavië. Trouwens, dat zal overal wel zijn waar er bergen zijn.


En toen waren we boven...

Vele campers op de parking. Maar de parking is ook zeer groot, dus de campers hadden zich mooi als een halve maan geparkeerd. Iedereen had uitzicht over de kaap en de zee.

Toen uitgestapt voorzien van de nodige kledij. Extra t-shirt met lange mouwen, trui met ritssluitng die tot boven toe ging, windjacket erover. En last but nog least, mijn beremuts op mijne kop.
Liesje ook haar lange onderbroek aan, en weg waren we.

Richting de grote bekende ijzeren bol die op de punt van de Noordkaap staat.


Spijtig dat er teveel wolken waren om over de zee te kijken. Maar we mochten niet klagen, het was droog.
Daar hebben we toen een goed uurtje rondgewandeld, en het plaatselijk museum bezocht over de Noordkaap.

We konden en mochten blijven slapen, maar dat zagen we niet zo zitten.
En dit eigenlijk omdat ik nog niet genoeg kennis heb van de werking van de traumaverwarming.

Bij onze eigen camper zit dat systeem er ook in, en ze hebben me verteld dat je er mee moet uitkijken als je in temperatuur komt die lager is dan drie graden.
En dit omdat er een vriesbeveiliging opzit.
Dit beveiligd dat het water niet bevriest, en laat bij minder dan drie graden een klep open zodat heel je voorraad water weg is.
Je kan dit manueel afzetten, maar dat weet ik nog niet hoe dat werkt.
En toch, we stonden liever wat lager bij de kleine dorpjes.


Dus na ons bezoek aan de Noordkaap zijn we terug een dikke 100 kilometer afgezakt....en daar staan we nu.
En we gaan weer genieten van een zalige nachtrust om morgen naar Alta te rijden.
En het is morgen maar een klein ritje. 130 kilometerkes.
Dus we gaan veel tijd hebben om andere dingen te gaan bezichtigen.



Tot morgen alweer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten